Europäischer Rechnungshof - European Court of Auditors
EU-plan droeg aanzienlijk bij aan het dichten van de investeringskloof, maar het streefdoel is niet volledig gehaald
Persbericht
Luxemburg, 19 maart 2025
EU-plan droeg aanzienlijk bij aan het dichten van de investeringskloof, maar het streefdoel is niet volledig gehaald
- Het EFSI vormt een belangrijke financieringsbron sinds de daling van de investeringen na de financiële crisis van 2007‑2008
- Het streefdoel om 500 miljard euro aan extra investeringen in de reële economie te mobiliseren, is niet volledig bereikt
- De gerapporteerde investeringen tot eind 2022 zijn met 26 % overschat
Het Europees Fonds voor strategische investeringen (EFSI) heeft enorm geholpen om de investeringskloof in de EU aan te pakken die na de financiële crisis van 2007‑2008 ontstond. Dit blijkt uit een vandaag gepubliceerd verslag van de Europese Rekenkamer (ERK). Het EFSI bleef echter nog een kwart achter bij het streefdoel om uiterlijk eind 2022 500 miljard euro aan extra investeringen in de reële economie te mobiliseren. Bovendien is de Europese Commissie achteraf niet nagegaan of het EFSI investeringen opleverde die anders niet waren gedaan.
Het EFSI, ook bekend als het investeringsplan voor Europa of het Juncker-plan, werd in 2015 opgericht door de Europese Commissie en de Europese Investeringsbankgroep (EIB-groep). Het had als belangrijkste doel om het gebrek aan investeringen in de EU-landen aan te pakken in de nasleep van de financiële crisis van 2007‑2008. Het fonds liep tot 2014, toen de totale investeringsuitgaven in de EU daalden met ongeveer 15 % (430 miljard euro) ten opzichte van de piek in 2007. Het EFSI voorzag in 26 miljard euro aan EU-begrotingsgaranties en 7,5 miljard euro aan EIB-financiering voor infrastructuur, innovatie en kleine en middelgrote ondernemingen (kmo’s). Het doel was om dit bedrag uiterlijk eind 2022 te vervijftienvoudigen (het zogenoemde “multiplicatoreffect”) door meer overheids- en particuliere investeringen aan te trekken.
“Het EFSI heeft een aanzienlijke bijdrage geleverd aan het dichten van de investeringskloof in de EU en heeft veel verschillende activiteiten ondersteund, van microfinanciering tot grote infrastructuurinvesteringen. Het beoogde investeringsvolume werd echter niet volledig gehaald”, zegt Lefteris Christoforou, het ERK-lid dat verantwoordelijk is voor de controle.
Tegen eind 2022 — de uiterste termijn voor de goedkeuring van de financiering — waren er extra investeringen gerapporteerd voor een totaalbedrag van 503 miljard euro. De auditors stelden vast dat dit bedrag met 131 miljard euro was overschat. Deze overschatting is het gevolg van tekortkomingen in de manier waarop de Commissie en de EIB de multiplicatormethodologie hadden ontworpen en toegepast. Zij baseerden het multiplicatoreffect gedeeltelijk op financiering die nog niet aan de eindontvangers was uitbetaald. Daarnaast schreven ze ten onrechte een deel van de investeringen die via andere EU-instrumenten waren gemobiliseerd aan het EFSI toe en verzuimden ze geannuleerde investeringen in mindering te brengen.
De additionaliteit van het EFSI, d.w.z. de toegevoegde waarde ervan voor de reële economie, lag voornamelijk in de ondersteuning van investeringen met een hoger risico. Met andere woorden, de EU-garantie moest worden verleend aan investeringsprojecten die anders niet — of niet in dezelfde mate — hadden kunnen worden gerealiseerd, bijvoorbeeld in het kader van gewone EIB-verrichtingen. Financiële intermediairs zoals banken en eigenvermogensfondsen hadden de additionaliteit van het EFSI positief beoordeeld, omdat het grotere investeringsvolumes en hogere individuele investeringen mogelijk had gemaakt en extra investeerders had aangetrokken. De Commissie had echter geen analyse achteraf van de additionaliteit uitgevoerd. Een dergelijke analyse zou overtuigend bewijs hebben opgeleverd voor de mate waarin overheidsmiddelen daadwerkelijk extra investeringen hadden gekatalyseerd.
Het EFSI was over het algemeen in overeenstemming met de vastgestelde streefdoelen, en de Commissie en de EIB hebben de voorzieningen en de financieringsstromen ervan adequaat gemonitord. Deze monitoring was echter niet alomvattend en de verslaglegging werd niet nauwkeurig gecontroleerd. Omdat er in de EFSI-overeenkomsten geen streefdoelen waren vastgesteld, hielden noch de Commissie noch de EIB in het oog hoe het EFSI bijdroeg aan werkgelegenheid en duurzame groei. Bovendien werden er geen details gerapporteerd over EFSI-steun voor investeringen in niet-EU-landen. Op basis van de gegevens die eind 2021 beschikbaar waren, verwachtte de Commissie bovendien dat het EFSI ten minste een begrotingsneutraal effect zou hebben. Er zijn momenteel echter geen schattingen van de verliezen of overschotten gedurende de levensduur van het EFSI.
De auditors roepen de Europese Commissie op transparanter te rapporteren over het EFSI en haar methode voor het ramen van de daadwerkelijk gemobiliseerde investeringen te verbeteren. Hoewel de EFSI-investeringen nog niet zijn afgerond, kan met de opgedane kennis het beheer worden verbeterd van andere programma’s die gebruikmaken van EU-begrotingsgaranties. Een voorbeeld van zo’n programma is InvestEU, de opvolger van het EFSI.
Achtergrond
Het EFSI is in het leven geroepen om zowel het concurrentievermogen en het economisch herstel na de financiële crisis van 2007‑2008 te bevorderen als de toegang tot financiering voor kmo’s te vergemakkelijken. Met de EFSI-middelen kon van alles worden gefinancierd, van startende ondernemingen tot grote infrastructuurprojecten. Alle EU-landen hebben in meer of mindere mate van deze financiering geprofiteerd. Volgens de Commissie hadden eind 2022 in totaal 841 957 eindontvangers EFSI-financiering ontvangen.
Speciaal verslag 07/2025 “Het Europees Fonds voor strategische investeringen — Heeft aanzienlijk bijgedragen aan het dichten van de investeringskloof, maar het streefdoel van 500 miljard EUR werd eind 2022 niet volledig gehaald in de reële economie” is beschikbaar op de website van de ERK. Deze controle betreft een follow-up van het speciaal verslag uit 2019 van de ERK over de prestaties van het EFSI.
Contact:
Persdienst van de ERK: press@eca.europa.eu
Damijan Fišer: (+352) 621 55 22 24